Er zijn in Europa een aantal stadions die gedeeld worden door meerdere clubs. In Zweden worden de TELE2 Arena (Hammarby en Djurgårdens) en Gamla Ullevi (GAIS, IFK Göteborg en Örgryte IS) gedeeld, de Allianz Arena huisvest Bayern München en TSV 1860 Munchen, en er is natuurlijk het Stadio Olimpico van stadsrivalen AS Roma en SS Lazio. Er is echter maar één stadion die twee clubs van wereldformaat huisvest; Het Stadio Guiseppe Meazza. Het huisvest Internazionale en AC Milan, beiden goed voor achttien landskampioenschappen en gezamelijk voor tien Champions Leagues. Hoewel beide clubs de afgelopen jaren moeite hebben hun grootte buiten het veld ook op het veld te laten zien, is hun potentieel nog altijd enorm.

In 1925 begon de bouw aan het ‘Nuovo Stadio Calcistico San Siro’, een idee van toenmalige AC Milan-president Piero Pirelli. Het ontwerp van Ulisse Stacchini bestond uit een voetbal-georiënteerd stadion, bestaande uit vier losse tribunes met een overdekte hoofdtribune, waar plaats was voor 35.000 mensen. Hiermee week San Siro erg af van de standaard in die tijd; doorlopende terraces en atletiekbanen. Met name de atletiekbanen waren populair door de subsidies die hiervoor werden afgegeven.

1926
San Siro in 1926

San Siro werd op 19 september 1926 geopend met een wedstrijd tussen AC Milan en Internazionale, de stadsgenoot die was opgericht uit protest tegen de regel dat er alleen Italianen lid van AC Milan mochten worden. AC Milan verloor met 3-6, later ging de eerste competitiewedstrijd tegen Sampierdarenese (het huidige Sampdoria) ook verloren (1-2).

In 1935 kocht de gemeente het stadion. De groeiende populariteit van de sport voetbal én AC Milan deed de gemeente al snel besluiten het stadion aanzienlijk te vergroten. Het liet de hoeken dichtbouwen, waardoor het de huidige licht ovale vorm kreeg. De capaciteit steeg naar 55.000 plaatsen.

Internazionale, dat tot die tijd zijn wedstrijden speelde in accommodaties als het Via Goldono, Sepione Park en Arena Civica, kon de lokroep niet langer weerstaan en nam in 1949 ook intrek in het San Siro.

San Siro
via http://archeyes.com

In de jaren ’50 volgt al snel een nieuwe verbouwing. Tussen 1954 en 1955 werd er een tweede ring op de huidige tribunes gebouwd, wat de capaciteit deed oplopen tot 85.000. Later werden de floodlights en een elektrisch scorebord gerealiseerd.

San Siro
via http://archeyes.com

Hedendaags is San Siro met 80.000 plaatsen, iets teruggedrongen door aangescherpte UEFA-regels, het grootste stadion van Italië. Toch weet het stadion zelden een vol huis te trekken. AC Milan en Internazionale presteren al een aantal jaar voor hun status slecht, en ondanks dat San Siro nog steeds het hoogste bezoekersaantal van de Serie A scoort, komt dit getal zelden boven de 46.000 uit. Het bezoekersrecord staat nog steeds op 83.381, tijdens de thuiswedstrijd van Inter in de UEFA Cup-finale. Zelfs de finale van de Champions League tussen Real Madrid en Atlético Madrid (71.942) in 2016 kon dit aantal niet benaderen.

San Siro / Guiseppe Meazza
Bespelers: AC Milan, Internazionale
Capaciteit:
80.018
Geopend:
1925
Verbouwd:
1935, 1954, 1986

Topwedstrijden
1965: Internazionale – Benfica 1-0 (Europacup I)
1970: Feyenoord – Celtic FC 2-1 (Europacup I)
1997: Internazionale – Schalke 04 1-0 (1-4 ns) (UEFA Cup, terugwedstrijd)
2001: Bayern München – Valencia 1-1, 5-4 ns) (Champions League)
2016: Real Madrid – Atlético Madrid 1-1, 5-3 ns) (Champions League)