Aan Zuid-Amerikaans temperament geen gebrek op de tribunes van Estadio Centenario als Peñarol of Nacional er een wedstrijd spelen. Zeker niet als de twee clubs elkaar treffen. Als de twee clubs, die vrijwel altijd de landstitel verdelen, elkaar treffen verandert het 86 jaar oude stadion in een tikkende tijdbom. Met ontploffingsgevaar op links en rechts.

Peñarol, opgericht door Britse spoorwerkers, en Nacional, opgericht ter protest van het verbod op lokale leden bij Peñarol, keken vanaf dat er een competitie werd gespeeld in Uruguay slechts 20 keer toe hoe een andere club kampioen werd. Sinds 1900 was Peñarol 50 keer de beste, en Nacional 46 keer. Hoewel Peñarol en Nacional officieel hun wedstrijden niet meer in Centenario spelen maar in respectievelijk het (recent opgeleverde) Estadio Campeón del Siglo en Estadio Gran Parque Central, kunnen zij wel voor elke wedstrijd het Centenario huren. Dit gebeurt vaak voor de onderlinge en internationale wedstrijden van de twee. Ook kleinere clubs huren het stadion vaak voor hun wedstrijd tegen de grote twee, voor hogere kaartverkoop. Daarnaast speelt La Celeste er al haar thuisinterlands. Het stadion lag niet alleen aan de bakermat van het Uruguayaanse voetbal, ook de FIFA World Cup kent er haar wortels.

Mundial
In 1930 werd het eerste WK Voetbal georganiseerd. Als gastland koos de FIFA Uruguay. Het Zuid-Amerikaanse land gold op dat moment als één van de beste teams van de wereld, zover je dat kon meten in die tijd. Ze wonnen de gouden medailles op de Spelen van Parijs (’24) en Amsterdam (’28), terwijl ze ook al flink wat edities van de Copa America op hun naam hadden gezet. Hoewel Europese landen niet echt warm liepen voor de lange reis naar Uruguay, trokken grondlegger Jules Rimet en de Uruguayaanse regering toch vier landen over de streep om mee te doen: België, Roemenië, Joegoslavië en Frankrijk.

Speciaal voor dit toernooi zou in de hoofdstad Montevideo een nieuw stadion worden gebouwd, dat zou dienen als prominent speelstadion met plek voor 100.000 man waar alle wedstrijden af zouden worden gewerkt. Tussen de bekendmaking van het gastland en de aftrap lag een ruim jaar; een flinke uitdaging voor de Uruguayaanse voetbalbond om in die tijd een stadion uit de grond te stampen.

Op 21 juli 1929 werd de eerste steen gelegd, eind januari 1930 begon men aan de werkelijke bouw van het stadion. Dag en nacht werd er, onder dag- en kunstlicht, non-stop doorgewerkt aan het stadion. Dit kwam neer op drie ploegendiensten van 500 man. Winterweer op het continent gooide roet in het eten; hevige regenval vertraagde de bouw en voor de eerste wedstrijden van het WK moest er worden uitgeweken naar het kleinere Estadio Gran Parque Central en Estadio Pocitos elders in de stad. Om op tijd klaar te zijn werd de capaciteit teruggebracht naar 70.000. Op 18 juli 1930 opende Uruguay en Peru het stadion. Hoewel deze wedstrijd, die met 1-0 gewonnen werd door het gastland, de boeken inging als eerste wedstrijd in het stadion, was de officiële eerste activiteit op de grasmat een barbecue voor de bouwvakkers die in recordtempo een voetbalstadion uit de grond wisten te stampen op het Batlle y Ordoñez.

Centenario tijdens het WK 1930

Omdat het in 1930 honderd jaar geleden was dat Uruguay officieel onafhankelijk werd (het land was dit officieel al vanaf 1828, maar in 1930 werd er een eerste grondwet en regering aangesteld), kreeg het stadion de naam Estadio Centenario.

Olympia
De tribunes van Centenario zijn vernoemd naar wat makkelijk de namen van hoofdstukken konden zijn uit de geschiedenisboeken van het Uruguayaanse voetbal. De hoofdtribune Olympic is vernoemd naar de succesvolle Spelen voor het land, de korte zijdes Colombes en Amsterdam naar de steden waar het deze successen behaalde. De andere tribune, America, kan gezien worden als een verwijzing naar de successen op het eigen continent, waar het 15 keer de Copa América won, waarvan de laatste in 2011.

Bij oplevering was de Olympia de enige tribune met drie ringen. Achter deze tribune was de 100 meter hoge Olympische toren gebouwd. In de jaren ’60 werden Colombes en Amsterdam gelijkgetrokken met Olympia, wat de capaciteit deed oplopen tot 90.000. De vier tribunes worden in de hoeken van elkaar gescheiden. Door de jaren heen kromp de capaciteit van het stadion tot de officiële capaciteit vandaag de dag: 60.235.

Libertadores
Waar Uruguay lange tijd de lakens uitdeelde op internationaal gebied, waren Peñarol en Nacional in de jaren ’60 en ’70 ijzersterk op het Latijns-Amerikaanse continent. Tussen 1960 en 1971 stonden de twee clubs maar liefst tien keer in de finale van de Copa Libertadores, het equivalent van de Europacup I. De Uruguayaanse clubs verloren van de gezamenlijke 16 finales in Estadio Nacional er slechts 1: In 1962 was Santos met 1-2 te sterk. Met acht bekers en evenveel verloren finales staat het derde land in de all-time ranking. Lang niet slecht voor een land met slechts 3,4 miljoen inwoners.

Hoewel de grootste clubs van Uruguay dus zijn vertrokken uit Centenario, durft geen van hen definitief afscheid te nemen van de voetbaltempel. Regelmatig keren ze terug en Le Celeste trekt er nog steeds grotendeels volle huizen. Het ‘World Cup Historic Monument’ in Montevideo, het enige stadion die deze titel toebedeeld kreeg, is ondanks de ouderlijke staat still going strong.

Krijgt het Centenario nog een kans om voor de hele wereld in het middelpunt te staan? Uruguay zou zich samen met Argentinië beraden op een bid voor het WK 2030, exact honderd jaar na de eerste editie. Zwicht de FIFA voor het sentiment van haar eigen toernooi? Het zou de cirkel rond maken.
Estadio Centenario - Uruguay

Estadio Centenario
Bespeler:
Uruguayaans voetbalelftal
Capaciteit: 
60.235
Geopend: 
1930
Verbouwd:
60s

Belangrijke wedstrijden
1930: Uruguay – Argentinië 4-2 (WK 1930)
1960: Peñarol – Olimpia 1-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1961: Peñarol – Palmeiras 1-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1962: Peñarol – Santos 1-2 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1964: Nacional – Independiente 0-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1965: Peñarol – Independiente 3-1 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1966: Peñarol – River Plate 2-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1967: Peñarol – Racing 0-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1969: Nacional – Estudiantes 0-1 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1970: Peñarol – Estudiantes 0-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1971: Nacional – Estudiantes 1-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1980: Nacional – Internacional 1-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1982: Peñarol – Cobreloa 0-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1983: Peñarol – Grêmio 1-1 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1987: Peñarol – America 2-1 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1988: Nacional – Newell’s Old Boys 3-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
2011: Peñarol – Santos 0-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)