De voetbalwereld telt veel stadsderby’s. De gemoederen lopen hoog op bij confrontaties tussen Arsenal en Tottenham, Fenerbahce en Galatasaray, Real en Atlético of Celtic en Glasgow Rangers. Eentje steekt er echter met kop en schouders bovenuit. De superclásico tussen de twee succesvolste clubs uit de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires; Boca Juniors en River Plate, doet recht aan zijn bijnaam. Deze derby staat, mede door de passie die de Argentijnen vanaf de tribune tonen, bekend als de meest beladen in zijn soort.

Xeneizes (33 titels) en Los Millonarios (36 titels) zijn met samen 69 titels met overmacht de succesvolste clubs uit de Argentijnse Primera División. Beide clubs kende hun origine in de wijk La Boca, een typische volkswijk aan de kust. River Plate trok hier in 1925 echter weg en vestigde zich in de noordelijke rijke wijk Núñez. Waar River Plate de status kreeg van club voor de elite, met de voor zichzelf sprekende bijnaam Los Millonarios, werd Boca bekend als de club van het volk.

In 1938 werd er begonnen aan de bouw van een nieuw Boca-stadion, waar het oude stadion, dat op dezelfde plek stond, te klein was geworden. Op 25 mei 1940 opende Boca Juniors en San Lorenzo het nieuwe stadion, de Coliseo de la Boca. Met zijn betonnen constructie hoog boven de huizen uitstekend, bestond het uit een u-vormige tribune van twee ringen. Het stuk grond waar het op gebouwd is lag zo krap tussen de straten Brandsen en del Valle Iberluca ingeklemd dat een geheel doorlopend tribune langs het veld nooit een optie was geweest. In plaats daarvan werd aan de vierde kant een lage rij loges gebouwd.

In 1953 werd er een derde ring bovenop de al bestaande twee gebouwd. Dit bracht de capaciteit naar 60.000 plaatsen, waarvan 20.000 bestemd waren voor zittend publiek. In 1996 werd de oorspronkelijke loges-zijde omgebouwd tot een kleine tribune met daarbovenop 130 nieuwe loges. Onder meer Diego Maradona heeft hier een eigen skybox. De capaciteit ligt de laatste tijd rond de 49.000 plaatsen, nadat de staantribunes zijn verdwenen.

Alberto Armando

In 1986 werd de naam van het stadion omgedoopt ter ere van Camilo Cichero, de oud-voorzitter die een grote rol had in het bouwen van het stadion, om vervolgens in 2000 te worden hernoemd naar een andere oud-voorzitter, Alberto Armando. Hoewel de naam vandaag de dag dus Estadio Alberto J. Armando is, staat het stadion in de volksmond al decennialang bekend als La Bombonera, ‘de chocoladedoos’.

via Silvia Vinas (Flickr)

La Bombonera herbergt met La Doce één van de fanatiekste aanhangen van Zuid-Amerika. Onder aanvoering van het door vele kelen gezongen Dale Dale Boca maakte legendarische spelers als Gabriel Batistuta, Juan Roman Riquelme, Carlos Tévez en natuurlijk Diego Armando Maradona hun opwachting in het blauwe shirt met de gele baan.

De populariteit van Boca, de geringe capaciteit en de veroudering van de tribunes maakt van Bombonera een onderwerp van discussie. Het bestuur overwoog lange tijd een verhuizing naar een nieuw stadion, met meer comfort en zitplaatsen. Supporters willen hier niet aan. Een petitie tegen een eventueel vertrek uit La Bombonera werd massaal ondertekend, waarna renovatie en uitbreiding weer op de agenda staat.

Bespeler: Boca Juniors
Capaciteit: 49.000
Geopend: 1938-1940
Verbouwd: 1953, 1996

Topwedstrijden
1963: Boca Juniors – Santos 1-2 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1977: Boca Juniors – Cruzeiro 1-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
1978: Boca Juniors – Deportivo Cali 4-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
1979: Boca Juniors – Olimpia 0-0 (terugwedstrijd Copa Libertadores)
2000: Boca Juniors – Palmeiras 0-0, 4-2 n.s. (terugwedstrijd Copa Libertadores)
2001: Boca Juniors – Cruz Azul 0-1, 3-1 n.s. (terugwedstrijd Copa Libertadores)
2003: Boca Juniors – Santos 2-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
2004: Boca Juniors – Once Caldas 0-0 (heenwedstrijd Copa Libertadores)
2012: Boca Juniors – Corinthians 1-1 (heenwedstrijd Copa Libertadores)