De prachtige symmetrische tribunes van het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán, waarvan tweewekelijks het door kenners aangemerkte mooiste clublied van Europa wordt ingezet, zijn onderdeel van de thuishaven van de Andalusische Sevillistas. De Europa League-specialist speelt al meer dan een halve eeuw in het stadion gelegen in de wijk Nervión.
Hoewel het Ramón Sánchez Pizjuán nu het kleinste voetbalstadion van de stad Sevilla is, was het bij opening op 7 september 1958 veruit de grootste. Het Benito Villamarin van rivaal Real Betis was nog niet zo uitgebouwd als nu en de eerste paal van het Estadio la Cartuja zou pas vele jaren later de grond in gaan. In september 1958 opende de deuren van het nieuwe stadion voor het eerst, voor een oefenwedstrijd tussen Sevilla en Real Jaén. De eerste officiële wedstrijd was een pikantere: Sevilla – Real Betis (4-2).
Het stadion was gebouwd op een stuk grond naast het oude Campo de Nervión, dat al bijna 20 jaar in het bezit waren van een sleutelfiguur in de realisatie van het stadion, Ramon Sánchez Pizjuán. Sánchez Pizjuán was van 1932 tot 1942 en van 1948 tot 1956 voorzitter van de club. Bij zijn overlijden in 1956 was men midden in de bouw van het stadion, wat een middel was om aansluiting te vinden bij de Spaanse top. Ter ere van zijn voorzitterschap, waaronder Sevilla zijn tot vandaag de dag enige landskampioenschap behaalde, werd het nieuwe stadion vernoemd naar Sánchez Pizjuán.
Het stadion wat er toen stond week wel wat af van de originele plannen. De kosten voor het bouwen bleken drie keer hoger uit te vallen, dus het eindresultaat was uiteindelijk een stadion met 53.000 plaatsen in plaats van 70.000. Van de eerder genoemde symmetrische tribunes was nog geen sprake. In plaats daarvan staken de twee lange zijdes boven de rest, een brede ring, uit.
Zeventien jaar later werd het stadion alsnog ‘afgebouwd’, een investering die het op het veld helaas moest bekopen met degradatie.
In 1982 werd de hoofdtribune verrijkt met een dak, ter voorbereiding voor het WK 1982. Het aanpassen van het interieur deed de capaciteit dalen naar 66.000. Sindsdien bleef het stadion lang verstoken van aanpassingen. De veiligheidsaanpassingen zorgde voor een capaciteitsdaling naar 44.000.
In 2015 begon de club aan een revamp van het stadion. In de eerste fase werden alle witte stoeltjes in het stadion vervangen door rode exemplaren. Ook het interieur van de hoofdtribune werd flink onder handen genomen. Daarna werd de buitenkant van het stadion onder handen genomen. De oude, betonnen geraamte werd gewikkeld in witte panelen die ’s nachts rood oplichten. De buitenkant werd versierd met clublogo, een overzicht van prijzen. De befaamde mozaïek die de buitenkant van de hoofdtribune siert, wordt nu aan beide kanten geflankeerd door een collage van clublegendes van Los Blanquirrojos.
Estadio Ramon Sánchez Pizjuán
Bespeler: Sevilla FC
Capaciteit: 42.500
Geopend: 1958
Verbouwd: 1975, 1982
Belangrijke wedstrijden
1986: Steaua Boekarest – FC Barcelona 0-0, 2-0 n.s. (Europacup I)
VOETBALTEMPELS 